Gevoeligheid voor pollen: de rol van de darmflora

Vandaag de dag is één op de 4 mensen in Frankrijk gevoelig voor pollen. Vaak zijn ze daarnaast ook gevoelig voor kattenharen of huisstofmijt. Deze gevoeligheid uit zich in niesbuien, jeukende ogen en een verstopte neus wanneer de pollen door de lucht vliegen. Steeds meer mensen zijn hiervoor gevoelig en dit ook gedurende steeds langere perioden. De laatste jaren zijn er heel wat onderzoekspistes geopend, onder andere naar het verband tussen de reactie op pollen en het evenwicht in de darmmicrobiota.

Waar komen pollen vandaan?

De pollinatie of bestuiving, waarbij pollen worden verspreid, is de belangrijkste stap in de voortplanting van plantensoorten. Bij anemofiele planten vindt de bevruchting plaats doordat pollen van mannelijke gameten (meeldraden) zich via de lucht naar een of meerdere vrouwelijke gameten (stamper) verplaatsen. Entomofiele planten worden daarentegen door insecten bevrucht die de pollen van de mannelijke bloem naar de vrouwelijke bloem overbrengen.

Hoe vruchtbaarder bomen zijn en hoe kleiner de pollenkorrels zijn, hoe langer deze korrels in de lucht blijven hangen en hoe gemakkelijker ze in de menselijke luchtwegen kunnen doordringen. Sommige soorten zijn meer sensibiliserend dan andere.

Waarom zijn we gevoelig voor pollenkorrels? 

Deze gevoeligheid, ook wel pollinose genoemd, lijkt in de hand te worden gewerkt door een erfelijke component (voor 70%), een te steriele omgeving tijdens de kindertijd en een toename van luchtvervuiling binnen en buiten. Deze reacties zijn het gevolg van een verstoord immuunsysteem dat het contact met stoffen die a priori onschadelijk zijn (pollen, stof, voedingsmiddelen, huisstofmijt…) niet langer verdraagt en vervolgens op natuurlijke wijze een reactie activeert om deze stoffen weg te werken. De immuunrespons wordt veroorzaakt door stoffen in de pollenkorrels (proteïnen of glycoproteïnen) die door het lichaam als schadelijk worden beschouwd. Ze uit zich met name in de productie van specifieke antilichamen van de allergie, namelijk de IgE (Immunoglobinen E). Huidtests maken het mogelijk om de sensibiliserende factoren te achterhalen.

Piek in de gevoeligheid: waarschuwing voor de microbiota!

Van nature organiseren meerdere immuunresponsen zich in geval van een aanval door ziekteverwekkers om het organisme te ondersteunen. Hierbij wordt een beroep gedaan op meerdere systemen, waaronder de darmen waarin zich 70% van de immuuncellen bevindt.

De immuuncellen van het darmgeassocieerd lymfoïde weefsel, oftewel GALT, ontvangen informatie die door voedselverbindingen, florabacteriën, virussen, schimmels, parasieten enz. worden vervoerd en signalen die de epitheelcellen van de darmen uitzenden.

Wanneer het verdedigingsproces op gang komt, starten de darmbacteriën de productie van cytokinen op die er op afstand voor zorgen dat de immuuncellen onderling kunnen communiceren. De witte bloedcellen gaan zich differentiëren in lymfocyten (i.e. polarisatie van de lymfocyten) en meerdere types lymfocyten treden bijgevolg in werking, namelijk die van type Th1, Th2, Th17, Th22 en regulerende lymfocyten.

Dit delicate proces werkt echter alleen als de microbiota een grote hoeveelheid bacteriën van verschillende soorten én een intact darmslijmvlies bevat. Wanneer de flora aangetast is of nog niet volledig ontwikkeld is, zoals bij jonge kinderen, over het algemeen als gevolg van omgevingsfactoren (antibioticagebruik, bevalling door keizersnede enz.), kan er overmatige polarisatie van Th2 ontstaan, wat tot een toegenomen gevoeligheid leidt.

Wat zijn de ongewenste effecten van vervuiling?

Gevoeligheid voor pollen is heel vaak systemisch. Het evenwicht in de microbiota hangt grotendeels af van exogene factoren: onze voeding en de omgeving waarin tal van verontreinigende chemische stoffen aanwezig zijn, wat des te meer geldt voor de geïndustrialiseerde landen. Tijdens periodes van luchtvervuiling kunnen er nadelige effecten op de microbiota optreden, fijne deeltjes en luchtverontreinigende stoffen beïnvloeden immers het ontstaan van bepaalde darmbacteriën. Maar dat is nog niet alles...

Bij contact met verontreinigende stoffen in de lucht vervormt de wand van de pollenkorrels zich, waardoor er veel kleinere allergenen vrijkomen die dieper in de luchtwegen kunnen doordringen. Deze elementen vormen een belangrijke risicofactor, aangezien pollen op deze manier agressiever worden voor gevoelige personen1 afhankelijk van de luchtkwaliteit. Bovendien stellen we vast dat het aantal personen met een pollengevoeligheid sinds het einde van de 19e eeuw in hetzelfde tempo toeneemt als de luchtvervuiling.

Hoelang duurt gevoeligheid voor pollen?

Net zo lang als het pollenseizoen zelf! Afhankelijk van de geografische ligging en de plantensoorten die er voorkomen, treedt de gevoeligheid elk jaar in dezelfde periode op. Een gevoeligheid voor pollen kan zich vanaf de kindertijd ontwikkelen en manifesteert zich meestal rond het 4e levensjaar of later in de loop van het leven, vaak in combinatie met een voedselintolerantie. Dagelijkse voorzorgsmaatregelen, desensibilisatie en herstel van een evenwichtige darmflora kunnen vervelende symptomen (aan de huid of het ademhalingsstelsel) helpen verlichten.

Pollenbulletin = uw voedingskalender

Wanneer er een gevoelige periode aanbreekt, kunt u maar beter letten op wat er op uw bord komt! Aangepaste voeding helpt u deze periode beter door te komen omdat ze u enerzijds eetplezier verschaft en anderzijds bepaalde evenwichtsherstellende bestanddelen bevat, zoals quercetine, glutamine, vitaminen en oligo-elementen.

  • De lever ondersteunen: het is belangrijk om toxines af te voeren om een ongeremde reactie te vermijden. Ontgiftende planten zijn hiervoor ideaal: uien (quercetine), knoflook, radijsjes en zwavelhoudende kolen, citroen en grapefruit, rode vruchten en in het algemeen alle gestoomde groene groenten (voor de vitamine A, C, D en E met antioxiderende eigenschappen);
  • De microbiota verrijken: lactogefermenteerde voedingsmiddelen (zuurkool, kombucha, kefir enz.), zelfgemaakte yoghurt op basis van niet-gepasteuriseerde geiten- of schapenmelk;
  • Het darmslijmvlies herstellen: voedingsmiddelen die glutamine bevatten (eieren, stoofvlees).

Meer weten over probiotica

Wanneer is het pollenseizoen gedaan?

De perioden waarin planten in volle bloei staan en pollen verspreiden, strekken zich over een groot deel van het jaar uit en beperken zich niet tot het begin van het voorjaar. De pollen van bomen ontwikkelen zich vooral van februari tot mei en die van graanachtige planten tussen mei en juli, terwijl de bestuiving van grasachtige planten en ambrosia vooral van juli tot oktober plaatsvindt. Maar dit varieert afhankelijk van de geografische ligging! Bestuivingsperioden kunnen verschillen tussen het zuiden van België en het noorden van Nederland. De opwarming van de aarde, die de seizoenen verlengt en de natuurlijke cycli van planten verstoort, zorgt voor de verspreiding van een grotere hoeveelheid pollen in de lucht.

Welke planten, grassen of bomen zijn het belangrijkst om op te letten?

Pollen van bomen uit de cipresfamilie, berkenfamilie (berk, hazelaar, haagbeuk) of olijffamilie (es, olijfboom) zijn het meest gevreesd. Wat de grasachtige planten betreft, hebben zaadplanten, glaskruid, ambrosia en alsem een sterke allergene werking en kunnen ze een verslechtering van de levenskwaliteit veroorzaken.

Wilt u de pollenverwachting volgen? Kijk op Hooikoortsradar België of Nederland!

Gezien de omvang van het probleem zijn er verschillende surveillancenetwerken opgezet, waaronder Hooikoortsradar. De pollenwaarschuwingen worden verspreid op https://www.hooikoortsradar.be of https://www.hooikoortsradar.nl die voortdurend bijgewerkte gegevens aanbieden. Door de pollenverwachting te raadplegen, kunt u concrete preventieve maatregelen nemen.

H2 Uzelf beschermen tijdens het pollenseizoen in België en Nederland

  • Vermijd wandelingen door gebieden met veel planten op winderige en zonnige dagen.
  • De pollenconcentratie verandert in de loop van de dag. Op het einde van de namiddag zijn de concentraties het hoogst. Kies ervoor om ‘s ochtends of ‘s avonds naar buiten te gaan of uw woning te luchten.
  • Laat uw wasgoed binnen drogen.
  • Slaap niet met het raam open, vooral als uw bed dicht bij het raam staat.
  • Ga niet met nat haar naar buiten en spoel uw haar ‘s avonds uit.
  • Was uw handen en gezicht elke keer nadat u buiten bent geweest.
  • Gebruik een oogspoeling en een neusspray met zeewater of fysiologisch serum om lichaamsvreemde stoffen te verwijderen en irritatie aan de slijmvliezen van de luchtwegen te beperken.
  • Draag een zonnebril om contact met de ogen te vermijden.
  • Beperk uw sportactiviteiten buiten.
  • Rijd in de auto met de ramen dicht en vermijd de fiets.
  • Verhoog uw waakzaamheid wanneer er sprake is van luchtvervuiling, en pas uw gewoonten erop aan (later op de avond uw huis luchten, vermijden om naar buiten te gaan, enz.)

Een gevoeligheid voor pollen verdwijnt niet spontaan. Het vergt wat geduld om uw lichaam te desensibiliseren. Door een combinatie van maatregelen (keuze voor een voeding die de darmen in evenwicht brengt, voorzorgsmaatregelen bij het naar buiten gaan) kunt u de gevolgen ervan echter wel beperken.

Ontdek onze oplossingen voor de pollenseizoenen


1 Nationaal aërobiologisch meetnet

Vous avez l'air de naviguer depuis la France.
Cliquez ici pour visiter notre site français.